zaterdag 21 april 2012

Maria zonder Micha

Toen mijn buik voor het eerst dik voelde, een beetje gespannen, wenste ik dat je zou verhuizen. Ik had het je nog steeds niet verteld, het complete geheim. Het geheim dat alles al in bezit had, behalve een toekomst. Het leek me heus wel eerlijk, dat je het weten zou. Echt. Het lukte alleen niet. Ik zag je zelden apart, maar botste tegen je op bij feestjes. "Ik zie dat je alweer niks spannends drinkt" knikte je naar mijn glas water. Was dat een goede openingszin om op in te gaan? Ik had natuurlijk over mijn buik kunnen strijken. Zeggen dat water een reden had - maar nooit waren we zonder omstanders. Je gunde me de tijd niet om te praten, of vooral te vertellen, en terwijl jij vroeg naar huis ging, bleef ik hangen aan de bar.
Ik dronk met vriendinnen, maar het enige wat ik écht deed was hopen op een oplossing. Ik kon er twee bedenken. Of jij zou moeten verhuizen, of ik.

3 weken later zei je het. Je moest je appartement uit. Appartement - wat een verschil, ik had een kamer, in een krakend studentenhuis dat al decennia lang door studenten werd bewoond. Appartement was een woord voor volwassenen. Volwassen mannen die werken, die hebben een appartement.
'Oh' zei ik 'En waar ga je dan naartoe?'
Micha's stilte hield het midden tussen onwetendheid en desinteresse. Even was ik bezorgd: 'heb je al gezocht?'
'Ik kom wel terecht' antwoordde Micha. Hij nam een grote slok rode wijn en draaide met het glas tussen zijn duim- en wijsvinger.
Ergens was ik best tevreden. Het was niet het verhuizen waar ik op gehoopt had, maar weg is weg.

Micha gaf zijn nieuwe adres niet door. Het hielp niet, want ik wilde het wel heel graag weten. Op een ander feestje ontmoette ik zijn nieuwe buurmeisje. 'Waar woon je?' vroeg ik - en zo was hij net zo snel weer terug.
Ik bleef dromen van de bank in zijn oude appartement. Zou het een bank zijn om een baby op neer te leggen, een aankleedkussen ertussen? Ik was er nog helemaal niet mee bezig. De pijn niet en wat betreft minisokjes en zwangerschapsdoeken: het kon me allemaal gestolen worden.
Ik bleef rondjes draaien om wat al gebeurd was. Het zou mijn leven veranderen, over minder dan 7 maanden zou er een kindje op mijn buik liggen, warm en nat. Dit kindje, het leek zo'n houvast en tegelijkertijd zou het mij vasthouden, stilzetten. Straks werd ik dikker en kon ik niet meer rennen om een trein te halen, of op hakken lopen. Maar ik had nog zoveel plannen! Plots wist ik niet meer hoe ik ooit nog iets uitvoeren zou. Of ik zou nu iets moeten uitvoeren.

Ze zeggen wel eens dat iemand die depressief is niets meer voelt, maar bij mij leek het wel of ik nog nooit zoveel gevoeld had. Een prenatale depressie, was dat het? Het deed me denken aan Prenatal, de blije babywinkel. Inmiddels moest ik bijna overgeven als ik daar langs liep. De roze speentjes en flesverwarmers zag liggen. Niet eerder had ik zoveel gewild. Een tattoo op mijn dij, die nu natuurlijk onherroepelijk dik zou worden. Alleen interrailen door Europa, wat echt niet gaat als je een baby in plaats van een backpack op je rug hebt. De avonden waren vol met schuldgevoel en egoïsme, die elkaar opjoegen. Blije baby? Wat een verkeerde situatie om geboren te worden... En eindelijk, eindelijk ging ik dan naar de huisarts.

Dit stukje hoort bij de eerdere stukjes over Maria: 1: Kerstavond, 2: Kerst en 3: 2012.
De stukjes over Maria zijn fictief.

4 opmerkingen:

  1. Prenatale depressie, prenatal :') Mooi geschreven. Ik word er wel een beetje eng van, omdat ik jong zwanger raken zo'n griezelig idee vind. Ik hoop dat je snel verder gaat!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat schrijf je dit toch goed. Precies alsof je het zelf meegemaakt hebt, hoewel ik toch aanneem dat je niet zwanger bent (geweest).

    BeantwoordenVerwijderen