dinsdag 28 februari 2012

Living like Larry - Sweatshops

In razend tempo bezoeken we fabrieken waar kinderen werken. Overal waar ik binnenloop tref ik een nieuwe hel aan: meisjes die in een glasfabriek glas opruimen en overal wonden hebben, meisjes die in de verstikkende geur van vloeibaar plastic schilderijlijsten maken, meisjes die zakken met katoenresten vullen en jongens die schalen slijpen en grijs zien van de aluminiumdeeltjes.
Mijn longen branden als ik na enkele minuten buitenkom. Ouder dan twintig zullen deze jongens niet worden.


Uit: Wereldmeiden (Een boek van Plan Nederland over meisjes in ontwikkelingslanden)

Het land dat hierboven besproken wordt is Bangladesh. Het Bangladesh dat je kent, omdat het in je kledingetiketjes staat, en soms komt het nog eens voorbij op het nieuws omdat er overstromingen zijn. Vaker niet, want de eurocrisis en uitspraken van eigen politici zijn ook erg belangrijk om bij stil te staan.

Met sweatshops is het net zoals met dierenleed vóór ik vegetariër werd: je weet dat het er is, je weet dat jouw kleren in beroerde situaties ontstaan, maar uit gemakzucht (?) stop je er toch niet mee ze te kopen.

Sweatshops zijn een ingewikkeld fenomeen. Zoals je op internet terug zal vinden: er wordt vaak gepleit dat medewerkers anders helemaal niets zouden hebben: 12 cent per uur verdienen is beter dan niets. Dat de arbeiders vrijwillig zijn begonnen, waaraan je kunt zien dat ze er wel op vooruit móéten gaan. Mogelijk geldt dit voor een enkele volwassene, maar ik vind dat geen enkel kind ter wereld zou moeten werken. Als kind moet je spelen, ontdekken, leren schrijven en rekenen op school, misschien af en toe wat klusjes in de huishouding doen... niet 12 uur aaneen stiksels naaien, bij slecht licht, waardoor je al jong slechtziend zult worden. Plus: sweatshops onderhouden de cycle of poverty.

Wie trouwens dacht dat sweatshops alleen in Azië en Afrika te vinden zijn: think again. In Nederland, Groot-Brittannië, Italië en Spanje zijn ook dit soort werkplaatsen te vinden. Die werkplaatsen leveren aan winkel zoals Primark. Juist, de Primark waar je zo goedkoop kleding kunt scoren - daar zit natuurlijk voor iemand een prijs aan. Bij TNS Knitwear in Manchester maken ze elke week 20.000 kledingstukken voor Primark. Hier lees je meer over hun werkomstandigheden (7 dagen per week/12 uur per dag/de helft van het minimumloon). Primark kwam in 2008 ook in opspraak, omdat er kinderen werkten bij hun Indiase leveranciers. Primark heeft gebroken met deze bedrijven - heel goed. Wat ik zeker niet probeer te beweren, is dat Primark (of welk merk dan ook) 'de bron van het kwaad' is. Dat is onze consumptiemaatschappij: wij willen veel voor weinig. Maar supergoedkope/bijna-gratis-mode bestaat niet: iemand zal er voor moeten betalen.

Waarom schrijf ik dit? Ik maak je vast niet gelukkiger nu je dit weet. Ik schrijf dit, omdat bij het zien van de eerste aflevering van Bloed, zweet en luxeproblemen* er bij mij (weer) een knop omging. Ik een jongen hoorde zeggen "ik denk dat iedereen wel weet dat die kleding door kinderen wordt gemaakt... Je denkt gewoon: wij leven hier, en zij leven daar". En weer: niet deze jongen is het probleem. Het probleem is dat de intro zegt: "zes jonge Nederlandse consumenten reizen af naar Afrika..." Jonge consumenten? Is dat alles wat we, wat zij zijn?

Wat wij kunnen doen? Goede merken (zoals American Apparel) kopen, tweedehands kopen, maar vooral ook minder kopen. Als het gaat om sweatshops heb ik één wens. Namelijk dat meisjes (sorry, maar met name meisjes, toch) eens wat beter zouden nadenken over de gevolgen van de absurde hoeveelheid kleding die zij kopen en snel weer van de hand doen. Ik weet het, een rare wens, en ik geef toe, ook ik houd van nieuwe jurkjes. Maar ik merk steeds meer dat niemand doorheeft waar die kleding eigenlijk vandaan komt, namelijk de sweatshops in China**, waar kinderen werken i.p.v. naar school te gaan, om met gif bespoten katoen voor ons te verwerken... Ik vind dat ziekelijk. Het is dan ook eerder uitzondering dan regel dat ik écht blij ben als ik iets nieuws gekocht heb. Dat maakt het makkelijker minder te kopen.

*Ik vind Daphne verschrikkelijk irritant trouwens. Het spijt me, maar zo moet een idealistisch meisje niet doen.
**In China zijn vakbonden bovendien verboden. Medewerkers kunnen zich dus niet groeperen om in opstand te komen voor, bijvoorbeeld, hoger loon.

Om af te sluiten met The Guardian: 76% of the workforce are women. It's an irony that probably escapes most of the women who do the bulk of high street shopping in the west. Women shopping for products made by other, underpaid, exploited, women  

Nr 22 - februari 2012

zondag 26 februari 2012

Dans, dans!

Je open blik is als een spiegel van de toekomst. Een beetje alsof ik net geboren ben. Welkom, liefje, je zult nog zoveel doen! Salsa dansen, stijldansen - de tango dansen op hakken. Je hoeft niet te kiezen, maar je moet wel doorlopen. Doorwerken. Accepteren dat jij geen weken missen kunt, niemand op kunt zoeken in het buitenland. Dat is ook discipline. Jij krijgt de weekenden vrij dus waardeer ze des te meer als je niet ziek bent. Maar ontdekken zul je, wees niet bang.

Ik geef je een vinger, geen hele hand, maar die mag je best pakken. En meeslepen, want hoewel ik soms tegensputter: ik kan het goed gebruiken. Al mijn energie verbruiken laadt óók op. Tuurlijk, totdat ik zaterdagmiddag met een wit gezicht alweer tussen de lakens moet kruipen: het gaat ook wel eens mis. Maar het blijft mooi, hoeveel uren er in een dag passen. Een weekend is inmiddels bijna te lang voor mij: zo'n enorme periode van vrije tijd ben ik niet gewend. Bijna zeg ik. Want ik verdeel de tijd en ze gaat voorbij: in de trein, in een caféetje, waar iemand een vol glas bier over me heengooit en op de achterbank van een auto die per ongeluk de afslag naar Nootdorp neemt.

"Wat doe je!" zeg ik geagiteerd tegen de dronken man (vader? alleenstaande huisman?) die dit tweede op zijn geweten heeft. Een meisje dat ik niet ken valt me bij. "Ja, dat wordt een drankje voor haar he!" Ik wil helemaal niks drinken. De man kijkt ons glazig aan. Veel meer dan 'ja' komt er niet uit. Het klinkt als 'blub', het kortetermijngeheugen van een goudvis. Hij blijft staan, met in beide handen een glas. Blub. Ik gooi het gebeurde over mijn schouder, maar plots snap ik wel dat iemand kan vechten in de kroeg.

Onderweg naar huis zie ik overal zwerfafval liggen.

Maar nog even terug. Grootse ideeën veranderen niet bij tegenslag, maar kunnen ook niet voortdurend aan de oppervlakte zijn. Ik ben klaar voor alles, álles. Alleen niet alles tegelijk. Dus haal me op, neem me mee. Ik ben in staat tot meer dan je denkt (tot meer paniek in het bijzonder). Plannen koester ik, op dromen leef ik. Wat me voedt, vernietigt me - soms. Dromen van een ander, het kamertje is er te klein en te benauwd voor. Dromen in het algemeen: ik heb er nauwelijks een rem op.

dinsdag 21 februari 2012

Grijslichtblauw

Langs schaapjes, onder een enorme elektriciteitsmast door fiets ik. Weet je dat elektriciteit geluid maakt? Ik hoor het terwijl ik voorbij zoef en besef me hoe graag ik je mee zou nemen naar deze akkers. Dit zijn echte weilanden, van gras.

Zeven kilometers lang de wind in mijn rug en nu mag ik de dijk opklimmen. Hoe moet dat nou toch, goed leven? Ik onderbreek mijn gedachten om plaats te maken voor de ondergaande zon in mijn gezicht. Maar even, want piekeren stopt niet zomaar.

Bij de zee is niemand. Ze vindt het niet erg, zoals een geitje dat niet gevoerd wordt zelf gras wel zoekt. Een groot schip, een tanker vaart langs. Geen idee wat er in vervoerd wordt: honderden, duizenden nieuwe producten of afval? Op een dag zal, als een gedaanteverwisseling, het één het ander zijn.

Ik laat mijn sjaal hangen over het hekje dat fietsers de weg verspert. Niemand betekent: armen wijd en wereld open. Vrijheid, in denken, in doen: wat is mijn leven gezegend. Geen gewelddadige opstand, als ik zou willen was ik hier dag en nacht en langer nog. Niemand die me tegenhoudt. Een rijkdom die ik soms als vanzelfsprekend zie.

Dag na dag zie ik de mensen. Bij de zee ben ik alleen. En opeens begrijp ik het: de uitdaging is niet mezelf nóg meer pijn te doen. De uitdaging is mezelf géén pijn meer te doen.

zaterdag 18 februari 2012

Living like Larry - De wereld redden met een muisklik

Of: de kracht van de massa.
Vaak als ik me ergens zorgen over maak, stuur ik een mail. Zo schreef ik een brief naar H&M, daarop kreeg ik een serieus antwoord. Maar vaker krijg ik géén antwoord, of een erg ongeïnteresseerde, standaardreply. Albert Heijn en Lipton verzekerden mij in één zin 'uw opmerking heeft onze volle aandacht'. Dat was helaas geen antwoord op de vele vragen die ik stelde...
Misschien komt het omdat ik een van de weinigen ben die de moeite neemt om een mail te sturen. Of omdat één consument minder het bedrijf niets kan schelen. Maar: veel organisaties organiseren mailacties waar iedereen aan mee kan doen! Met een groep sta je een stuk sterker. Omdat ik achteraf vaak bedankmails terugkrijg waar ik erg blij van word, wil ik twee mailsystemen met jullie delen. Ze werken precies hetzelfde: je geeft je emailadres op, je krijgt één keer in de 2 maanden, soms in het halfjaar (! echt bijna nooit dus) een mail, als jouw stem nodig is bij een actie!

Ik doe trouwens niet overal aan mee (dan kan ik elk initiatief wel op Facebook gooien...), maar een mail sturen vind ik een kleine moeite. Of, kleine moeite? Ik bedoel: géén moeite: klik, en weg is je aanklacht!

Earth Alarm
Milieudefensie bedacht het Earth Alarm. Ik had me al een hele tijd geleden aangemeld, maar pas afgelopen week kreeg ik voor het eerst een email. Een Earth Alarm ziet er zo uit:

























Het is dus een email waarin je gevraagd wordt een boze of bezorgde mail naar een bedrijf te sturen. Het leuke is: dat doe je niet alleen. Bij Earth Alarm doen er 8000 mensen met je mee! Er staat al een hele brief klaar, maar je kunt hem zelf nog aanpassen. Inkorten bijvoorbeeld.
Je kunt ook meedoen per post, maar dan gaat volgens mij het milieu-aspect een beetje verloren...
Hier kun je je opgeven voor Earth Alarm. Don't worry: ze vragen inderdaad je adres maar ik heb nog nooit post ontvangen.


Amnesty
Amnesty ken je vast wel van de brieven. Jarenlang besteedden vrijwilligers hun tijd aan brieven overschrijven (nog steeds, trouwens). Ik heb dat nooit gedaan, want iets overpennen... dat is alleen aan mij besteed als het om prachtige quotes gaat. Maar de mailacties: daar sta ik 100% achter!

 
















 Af en toe komt er een mailtje in je mailbox, als ergens ter wereld mensenrechten worden geschonden. Voorbeelden? Protestmails tegen opkomende wetgeving die er in Rusland voor ging zorgen dat homo's niet meer mochten stemmen, of een Indiase arts die de doodstraf boven zijn hoofd heeft hangen, omdat hij de gevaren van kernenergie bekend maakte. Zelfs als je het niet met de bedreigde persoon eens bent, hoef je de mail maar te lezen om een beetje misselijk te worden van zoveel onrecht. En het liefste wat je  zou willen doen is helpen...

Well, makkelijker kan het niet: je klikt op beantwoorden en dan op verzenden. Je verandert niets. Na afloop krijg je bijna altijd een bedankmail, en af en toe ook een 'succesmail'. Die zijn het mooiste, want daar doe je het voor. Hier vind je een prachtig bedankfilmpje van Amnesty.

Meedoen kan hier! Leuk trouwens, bij Amnesty ben je samen met 65 duizend (VIJFENZESTIGDUIZEND!) andere mensen. De wereld wordt telkens een stukje beter... :)



Nr. 21, februari 2012

donderdag 16 februari 2012

Friendly strangers

"Wat is jouw doodzonde, als je er één moet kiezen van de zeven?" Grappig, dat vraagt een man aan me die op het punt staat te gaan scheiden. Verbazingwekkend hoe open friendly strangers soms zijn.
"Ik ben erg jaloers" zeg ik. "Jaloezie is er één toch?"
Samen proberen we de hoofdzondes op te noemen. We krijgen onenigheid over of ijdelheid er één is, want dan komen we op acht uit.

"Jaloers, ja? Wat doe je dan zoal?"
"Oh, het pakt eigenlijk heel goed uit. Als iets zie waar ik jaloers op ben, ga ik er net zo hard voor werken. Dan kan ik het ook bereiken, snap je?"
Attilio trekt alleen zijn rechterwenkbrauw op. "Maar dan is het toch geen jaloezie?"
"Nee?"
"Nee, dat noem je ambitieus"

Dat vind ik nou weer erg kort door de bocht. Ik voel toch wel dat dat harde werken van mij soms voortkomt uit jaloezie, echt niet altijd uit ambitie. In de ideale situatie ben je intrinsiek gemotiveerd, voelt iets als een roeping en doe je het niet omdat het met concurrentie te maken heeft. Maar in de echte wereld wil ik soms gewoon iemand anders 'verslaan'. Dat is geen ambitie, maar wel negatieve energie.
Maar wanneer bestaat er eens géén verwarring over wat iets betekent? Is Magnum een ijsje of het formaat van een fles champagne? Is 'ik geef je het voordeel van de twijfel' een compliment of een belediging?

Niet altijd lost de context deze verwarring op. Ik zeg 'Ohja', knik 'hmm' - niet dat ik zo écht gul ben, mijn gesprekspartner zijn gelijk te schenken.

In mijn hoofd zingt iets van reggaeton. Ik vind reggaeton de grappigste muziek ter wereld. Dat sommige liedjes zichzelf serieus kunnen nemen... of is dat arrogant om te denken? De jongen naast Attilio heeft zich in het gesprek gemengd. Hij vindt reggaeton de beste muziek ter wereld. Ik kruis mijn handen voor me op de grote houten tafel, leg mijn hoofd erop te rusten. Even verlang ik naar het simpele zomerleven: reggaeton trekt dansvloeren vol. Het is volhouden tot dan, maar het is ook een stuk intelligenter tot dan.

Attilio pakt zijn tas in. 'Als je het nodig hebt,' zegt hij 'dit is mijn telefoonnummer. Je weet maar nooit, als je op reis verdwaald raakt'. Sprakeloos pak ik het aan. Verbazingwekkend, hoe een friendly stranger soms zomaar een hele verloren dag goed kan maken.

zondag 12 februari 2012

Living like Larry - Ons geld betaalt wapens

In 2009 hoorde ik het voor het eerst, op de radio. Een kort spotje: jouw bank belegt in wapens. En noem me stom, maar daar had ik tot dan toe nog nooit over nagedacht.

Hoe zit dat precies? Banken hebben veel geld, waar ze constant mee bezig zijn. Het wordt geïnvesteerd in projecten, want stilstaand geld is niet goed. Die projecten kunnen van alles zijn. Met een beetje pech financiert een bank bijvoorbeeld een bedrijf dat clusterbommen maakt, of wapens levert aan dictators. Ik vind dat alles en iedereen, dus ook een bank, een maatschappelijke functie heeft. Je kunt niet geld ergens in investeren zonder verantwoordelijk te zijn voor de gevolgen. En wat betekent dat voor mij? Dat ik ook verantwoordelijk ben voor wat er met mijn geld gebeurt.
Dat betekent dus dat ik mijn spaargeld ergens wilde zetten waar ik zeker wist dat het goed geïnvesteerd werd. Ik wil geen rente ontvangen die verdiend is met kinderarbeid, ontbossing of kernbommen.

Zembla maakte er een reportage over. Brr. Het verhaal van een Nederlandse jongen die op vakantie op een landmijn stapt. Trouwens, de (niet-getoonde) verhalen van de 48 mensen per dag die wereldwijd op zo'n landmijn stappen.
Mijn bank heeft dat betaald...

Hoewel de site wat te wensen overlaat, vond ik de Eerlijke Bankwijzer bij het kiezen van een nieuwe bank heel bruikbaar. Mijn oude bank scoorde niet op alle punten rood (maar vaak het dubieuze geeloranje), maar er waren twee banken die het vele malen beter deden: ASN en Triodos. Zij beleggen niet in foute producten (kernwapens, kinderarbeid, milieuverwoestende projecten) en ze doen iets in surplus: ze maken ook de wereld een beetje beter, door geld te geven aan mens- en milieuvriendelijke projecten.
De bankwijzer is overigens een project van Oxfam & Amnesty. Ik vond het wel een mooi voorbeeld van wat er dus bijvoorbeeld met het geld gebeurt dat je aan een goed doel als Oxfam geeft: er ontstaat een nuttige website waardoor je in één klap een groot publiek kunt bereiken en de wereld nóg een stukje beter kunt maken.

Na wat denken werd het de ASN Bank. Geen moment heb ik spijt gehad, het voelt zelfs wat rustiger. Ook kreeg ik een leuk welkomstpakketje met fair trade producten (dat zou natuurlijk niet moeten uitmaken als ik écht een stoïcijnse was die helemaal niets om spullen gaf... zo ver ben ik nog niet. Het was een lief doosje vol voedingsmiddelen, dus nodig/nuttig was het gelukkig wel!).

De beste site over banken is misschien wel Banktrack. Je ziet hier precies de namen van de foute bedrijven, waardoor je gerichter informatie kunt opzoeken waar je bank nu precies je geld aan uitleent.

Mijn spaarrekening is nu om, mijn betaalrekening staat echter nog bij de Rabobank. Op banktrack vond ik dat de Rabobank investeert in wapens, het kappen van regenwouden en het vrijmaken van tar sand oil in Canada. Tar sand oil is de meest verwoestende olie die er is, als je kijkt naar hoe het gewonnen moet worden. En dan dus de wapens...die door subgroepen van de Rabobank betaald worden...
Slik. Het is zo makkelijk om niets te doen, maar eigenlijk moet ook deze rekening over, toch?

Nr. 20, februari 2012

vrijdag 10 februari 2012

Of: de andere kant op

Je zou ook tegen mij kunnen zeggen dat ik niet leer van mijn fouten. Mijn vorige stukje zou je kunnen beantwoorden met mijn eigen woorden. En dit kan je oplossen met dit. Ik moet me niet gek laten maken, dat weet ik allang, en toch kan het met een statusupdate op Facebook gebeuren. Dat is triest: misschien heb ik ook wel iemand nodig die mij eens de waarheid zegt, die onaardige.
Alleen, zo ongenuanceerd ligt het niet, helaas (voor wie van zwart-wit houdt). Op een dag als deze geniet ik van de zonneschijn, de geur van croissantjes, de straten van een grote stad waar ik niet vaak ben en virtual reality, of wat daar op lijkt. Ik voel geen verdriet om wie mij niet waard is, maar tegelijkertijd kan lopen, mijn hoofd omdraaien of mijn schouders optrekken ineens zoiets moeilijks, pijnlijks zijn.
Dus: ik heb geen waarheid nodig, geen nare 'zet-mij-op-mijn-plek'-toespraken. Volharding, dat is waar ik iets mee kan. Als ik volhard, straks weer rennen ga, aan het schrijven blijf, het van me af laat glijden als water van een vis zonder schubben... dan zie ik de waarheid: hier liggen zeker geen kansen. Dat stukje werkelijkheid verlies ik nooit uit het oog.

donderdag 9 februari 2012

10 things I hate about you

Dingen aan jou die ik niet leuk vind
1. Dat schrijf-en-leef-creatief-boek waar je naar leeft. Je hebt een boek nodig dat je vertelt hoe je creatief moet zijn? Really?
2. Je humor. Je grapjes zijn bijna zonder uitzondering op het randje. Van het fatsoenlijke.
3. Je verslaving aan cartoons. Ze zijn zo gruwelijk dom, die programma's.
4. Je never-ending heimwee naar Spanje. Verhuis dan niet naar Nederland, maar naar Spanje, debiel.
5. Je mening. Je hebt namelijk een mening over ALLES, ook dingen die je niet begrijpt.
6. Je hoofd. Soms dan.
7.  Vooral als je zo zielig kijkt en zegt dat je veel verhuisd bent. Je bent heus niet de enige, en hoor je mij soms klagen?
8.  De manier waarop je doet alsof je zowel een briljant schrijver, musicus, kok én sportman bent. Dat ben je niettt.
9.  Die arrogantie mag sowieso wel ietsje minder.
10. En als klap op de vuurpijl: het feit dat je het voor elkaar krijgt dat ik zo'n agressief stuk schrijf.

Dingen aan jou die ik wél leuk vind
- De rest

Grr, al het overige, ja.

zondag 5 februari 2012

Living like Larry XIX - Story of my stuff

Als reactie op één van mijn Living like Larry stukjes plaatste Lin dat ik het filmpje The Story of Stuff zou moeten bekijken. Dat was een goede aanrader, hoewel het filmpje iets anders is dan wat je nu zult lezen. Mijn doel sindsdien is alleen emotionele waarde hechten aan spullen die lang meegaan en ook echt nuttig zijn, in de hoop dat dit zal zorgen voor minder consumptie.

Om mijn eigen doel te bereiken zal ik het verhaal achter één van mijn spullen blootleggen. Op de middelbare school had ik een rugzak van Eastpak. Hij was niet goedkoop, maar zijn geld waard.
De rode Eastpak hield het zes jaar vol en zelfs nu kan hij zijn taak nog aan. Ik wilde alleen maar een nieuwe, omdat het rood zo verschoten was dat ik me er echt niet meer mee kon vertonen. Toch voelde ik me een beetje schuldig om 'dan al' een nieuwe te kopen. Ik kocht voor €10 een tweedehands Eastpak: zwartblauw.

De rugzak deed zijn werk: als ik boeken meenam naar de universiteit of collegeblokken meezeulde om in de trein te studeren bijvoorbeeld. Hij vervoerde braaf mijn boodschappen, zodra ik leerde dat je anders een plastic tasje pakken moet. Ik stond verder niet echt bij de rugzak stil.

Leuker werd het, naarmate ik hem langer had. Terwijl ik hem mee naar Delft en Amsterdam sleepte om te gaan logeren bij vriendinnetjes, besefte ik dat de tas ook half Italië al doorgereisd was.

 In de trein naar Sicilië :)
Daarnaast - oh, tegenstelling! - een schoudertas van de V&D. Het hengsel brak na 4 dagen af. Die tas heb ik teruggebracht naar de winkel :(, ik mis hem nog steeds. Op de rugzak ligt mijn treinticket.











Bovenop mijn koffer op de luchthaven van Pisa - gevuld met het hoesje van mijn (toen nog levende) iPod mini en een zwarte sjaal, het was winter.










Ik ben niet zo lang, dus voor een backpack ben ik eigenlijk niet gemaakt. Voor een Eastpak des te meer. Toen de rits kapot ging, was er de garantie en kon ik hem kosteloos laten repareren. Bij vlekken maak ik de tas schoon - en zo is mijn Eastpak mijn meest trouwe medereiziger :)

Dus, is dit een verhaal om Eastpak te promoten? Nee. Deze rugtas is gewoon al zo leuk omdat ze de wereld gezien heeft, verhalen heeft meegemaakt. Ik vond dat reden genoeg om er een stukje aan te wijden. Een ode aan spullen die lang meegaan, die je echt nodig hebt.

donderdag 2 februari 2012

Zondagochtendeerlijkheid

En inderdaad, wat moet je met iemand die eerst iets noemt, dan terugkrabbelt en de toespeling niet uitleggen wil, te persoonlijk vindt, dan vertelt - zo emotieloos dat je denkt: nou, het fijne van dat wij niet één iets, een samen zijn, is dan tenminste nog dat ik me ook niet druk hoef te maken over een gespreksonderwerp, of out of my way hoef te gaan om het gesprek gaande te houden. Het fijne is dat je dan gewoon zwijgend doorfietst en er iets minder omgeeft dan wanneer je iemand net leuk vindt. Maar het nare is, dat dit de halve waarheid is en dat je stiekem wel een leuk onderwerp bedenken wil en zoekt op de achtergrond van je gedachtenruis, maar uiteraard thuis pas weet wat je dan moet zeggen. Dat is schattig en onbelangrijk, maar het heeft zo'n impact.

Ik wil songteksten voor je deur stoepkrijten, alles van je weten, mijn eigen dromen compleet vergeten. In overgave dus. Ik wil dat je schrijft en ik mag lezen en dat ik schrijven mag over jou. Ik wil aan je hangen, op je leunen, dat je mij salsa leert, ik jou over een leven vertel dat je nog niet kent. Mag ik je alle woorden van het Nederlands leren, ze op je lippen planten tot niemand meer lachen zal?

Mag ik dromen over jouw handen, mag ik alsjeblieft een keer heel vrolijk dronken worden waar jij bij bent? Ik weet niet of dat kan, want ik ben nog nooit dronken geweest, maar als jij nou even oplet, dan probeer ik het. Kun je me vergeven dat ik van alles van Italië houd en zuid boven noord kies, voor de honderdste keer mijn hart verlies?
Mijn rust en gelatenheid om wat jij niet toont, tonen mij mijn berusting - in jou. Ik weet je te waarderen in alles, of maak ik dat mezelf steeds overtuigender wijs?

Zou je willen?

Maar nee, je wil niet, niets, of bijna niets. Ik had moeten weten dat overgave einde oefening was, maar zo was het me niet verteld - moet ik dan alles spellen dat je zegt?
Ik wil met jou zoveel, fietsen naar zee. Echt alles zou ik voor je doen, binnen de grenzen van een geweten, als jij mij aanmoedigen, het vragen zou. Mag ik een herkansing? Mag ik met jou en Matteo mee? Wil je zien hoe ver ik rennen kan? Dat het mijn leven is? Ballet dat zou zijn als ik beter en magerder was? Wil je alsjeblieft weten wie ik ben, ik ben fantastisch, luister nou - maar als ik dat ben waarom gaat alles dan zo mis met jou?